“Waldschmerz en ander leed” is de titel van een duo-expositie met werken van Daniëlle Spoelman en Viktoria Gudnadottir. De kunstenaars vroegen mij de expositie te openen met een paar woorden. Ik vermoedde dat het te maken zou hebben met onze verbondenheid en de manier waarop vriendschap zich in tijden van leed uit in de steun en het vangnet dat je elkaar geeft. Dat bleek niet direct Daniëlle en Viktoria’s reden om mij te vragen, maar wel de mijne om op de uitnodiging in te gaan:

Daniëlle Spoelman “Zoek niet onder water” 2023 potlood, gouache en aquarel op papier A4
Er is veel om over na te denken bij het werk van deze twee kunstenaars, over de verbinding tussen de werken van beiden of over de totstandkoming van de tekeningen en video’s, de samenwerking, of de verhalen die de kunstenaars vertellen. Maar eigenlijk liet de titel me niet los, Waldschmerz en ander leed. Het idee van leed hield me bezig zoals ook leed ons in de greep kan houden. We kennen allemaal het leed van de wereld, maar ook kleiner persoonlijk leed; angst, rouw, gemis, zorgen, twijfel, verdriet… Allemaal hebben we ons eigen leed waar we mee om moeten leren gaan in het leven. Ik ook.
Zo dacht ik een paar maanden geleden aan de tendens die bezig lijkt te zijn, dat kunst fungeert als quick fix. Ga naar een museum en alles is beter, kunst laat je anders kijken, kunst maakt ons socialer, kunst lijkt het wel, is hét medicijn. En dat maakte me enorm boos, ik ben niet zo vaak boos maar dit maakte me oprecht boos. Oftewel, deze gedachte klopte niet met mijn waarheid. Dit leed, dat wat ik moest dragen kon zomaar weggewuifd worden door het kijken naar een schilderij, was dat wat er bedoeld wordt? Is mijn leed zo nietszeggend dat het in een ogenblik opgelost kan worden met museumbezoek? Is de kunst dan zo inwisselbaar, als een pilletje of een chocoladetaart die je eet als je verdrietig bent en last hebt van je hormonen, betekent de kunst dan niet zoveel meer dan dat?
Het deed me denken aan een gedachtegang van Susan Sontag; “Kan het lezen van Dostojevski me helpen een betere relatie te hebben met mijn zoon? … Nee, dat kan het niet.”
Want kunst… kunst helpt niet.
Zo makkelijk is het namelijk niet, leed niet maar kunst ook niet. Al hoe negatief dat wellicht klinkt, er is -uiteraard- een positieve draai: ik wil je meenemen in het idee dat kunst meer is. Ik pleit ervoor vaker de nuances in te zien van wat kunst vermag, vooral als de discussie gaat over de functie van kunst, het inzetten van kunst als middel tot een ander doel, en zéker als dat is in relatie tot leed.
Gelukkig hebben Danielle en Viktoria een meer speelse interpretatie van de titel, maar het raakt hier wel aan:
Wat mij betreft gaat het erover dat kunst je leed niet oplost, maar dat kunst, en dat zie je in deze expositie en in de werken terug, dat kunst ons herinnert aan wie we zijn, diep van binnen. We zijn creërende wezens en kunst brengt ons dicht bij onszelf, bij ons normaal. Daardoor kunnen we het leed dat we móeten dragen, beter dragen.
De gedachtegang van Sontag die ik noemde kent een context, en om je beter mee te kunnen nemen in mijn idee, vertel ik graag iets meer over haar.
De Amerikaanse schrijfster Susan Sontag werd geboren in 1933, en geldt nog steeds als een van bekendste en belangrijkste intellectuelen van Amerika. Deze ‘geobsedeerde moralist’ zoals ze zichzelf noemde, studeerde filosofie, literatuur en theologie. Sontag kreeg op haar 19e een zoon, David Rieff, met wie ze een ingewikkelde en moeizame relatie had, ze wist eigenlijk niet goed hoe ze de moederrol moest vervullen. Haar teksten over kunst, over kunstbeschouwing met en zonder interpretatie, spreken me enorm aan; ze gooit dingen open, maakt ruimte voor nieuwe ideeën, en die blijken nog steeds actueel ook al zijn ze voornamelijk geschreven in de jaren 60/70.
Deze bijzondere vrouw vertrok in 1993 naar Bosnië. Sarajevo lag toen al meer dan een jaar onder vuur. Susan Sontag was zeer politiek geëngageerd en over deze situatie zei ze onder meer dat ze probeerde te begrijpen hoe ze nuttiger kan zijn. Ze gaat er naartoe om lokale acteurs te regisseren in een uitvoering van Beckets ‘Wachten op Godot’. Liam Hoare publiceerde over dit bezoek in momentmag:
Het was juli 1993, haar tweede bezoek, en ze was in Sarajevo om een productie van Wachten op Godot te regisseren. De stad werd al meer dan een jaar belegerd. "Niets evenaarde ooit de eerste schok", schreef Sontag in 1995 over de oorlog, "de ellende van het dagelijkse leven in de verbrijzelde stad onder constant mortier- en sluipschuttervuur."
“Tot een week voordat het werd geopend”, bekende Sontag, “had ik niet gedacht dat het stuk erg goed zou zijn.” Toch merkte de New York Times-verslaggever John F. Burns op: “Het horen van de stilte van de volle zaal in het kleine theater in het stadscentrum was het voelen van het verdriet en de teleurstelling die zwaar op Sarajevo wogen in het naderen van het einde van een tweede belegerde zomer..” Haar Godot speelde een maand lang, onderdeel van een groter cultureel festival, en Sontag werd uitgeroepen tot ereburger van Sarajevo vanwege haar artistieke bemiddeling.
“Ik had niet de illusie dat als ik naar Sarajevo zou gaan om een toneelstuk te regisseren, ik net zo nuttig zou zijn als ik zou kunnen zijn als ik een dokter of een watersysteemingenieur was geweest”, maar cultuur “is een uitdrukking van menselijke waardigheid”, schreef ze daarna. Door een toneelstuk in hun eigen taal op te voeren, konden lokale theaterprofessionals “doen wat ze voor de oorlog deden” en dus “verre van dat het frivool is … het is een welkome uiting van normaliteit”. ¹
Kunst kon niet de legers oproepen die nodig waren in Sarajevo, maar het acteren en regisseren kon wel deze theatermakers terugbrengen naar normaal, naar een gevoel van waarde en zelf. ²
Anders gezegd, het is wat we doen, het is ons normaal, want we zijn creërende wezens. We maken kunst, we creëren, wij kunstenaars, schrijvers, theatermakers, maar ook wij huisvrouwen die de lekkerste appeltaart willen bakken en ook wij stratenmakers die het mooiste patroon willen leggen, we creëren om onszelf te herinneren aan wie we zijn om zo weer terug te komen bij wat voor ons, voor jou en mij normaal is. Ons normaal.
Dat is het idee dat ik graag met je wil delen als reactie op de titel van deze expositie; de nuance van wat kunst doet in relatie tot leed.
Het lezen van Dostojevski hielp Susan Sontag niet om haar relatie met haar zoon te verbeteren. Kunst helpt niet, in die zin. Kunst lost ons leed niet op, maar kunst herinnert ons aan wie we zijn, brengt ons terug naar normaal, en daardoor kunnen we het leed dat we móeten dragen, beter dragen.
¹ Why Susan Sontag and Bernard-Henri Lévy Spoke Out in Bosnia, Liam Hoare
² Susan Sontag leven en werk, Benjamin Moser, blz 545

Viktoria Gudnadottir, Sheep’s, videostill, 2010
Meer over de expositie en de kunstenaars vind je hier en hier.